XC Guide APP - Dutch
XC Guide is ontworpen om XC-piloten en bezemwagen bestuurders te helpen met het volgen van hun collega vliegers met behulp van verschillende Live tracking systemen
XC Guide werkt op de meeste Android telefoons en vereist alleen een GPS-verbinding met mobiele data of Wifi.
Stel je locatie instelling naar "Device Only" om gebruik te maken van de hardware GPS.
Live tracking bronnen
XC Guide volgt piloten met gebruikmaking van verschillende bronnen zoals;
Open Glider Network (OGN)
FANET
Livetrack24
Garmin inReach
SPOT
SkyLines
FlyMaster
AirWhere
XC Globe
XC Guide kan je ook volgbaar maken via OGN, FANET, Livetrack24, SkyLines, AirWhere and XC Globe.
The Flying ad-hoc netwerk (FANET) wordt geactiveerd via de GXAirCom Bluetooth module.
The ADS-B transponder SkyEcho2 wordt ook ondersteund via zijn GDL 90 interface (via Wifi).
Daarnaast kan XC Guide geautomatiseerd een email sturen naar meerdere geadresseerde na start en landing.
XC Guide stelt je hierbij de vraag of je veilig bent en of je status in orde is en vermeld deze in de email na de landing.
Drie hoofdschermen zijn beschikbaar;
0) Vlucht computer en Pilotenlijst of Kaart
1) Pilotenlijst of Kaart (volledig scherm)
2) Pilotenlijst en Kaart (gedeeld scherm)
De navigatie regel is zichtbaar bovenaan de pilotenlijst.
Hier beheer je de routepunten, navigatie en competitie taken.
Middels de 'i' knop verschijnt het status scherm op het hoofdscherm.
De schermontwerpen worden hieronder uitgelegd;
De vluchtcomputer
De vluchtcomputer bestaat uit 8 informatie gedeeltes waarin;
1) GPS hoogte in meters, en voeten.
2) GPS-grondsnelheid in km/h.
3) Vliegrichting.
4) Glijhoek of klimsnelheid.
5) Lokale tijd, verbindingen en batterijniveau.
6) De windsnelheid en richting.
7) Vluchtduur.
8) Richting en afgelegde afstand vanaf de start.
De Pilotenlijst
Elke tracker die voldoet aan je eigen instellingen, verschijnt in de pilotenlijst.
Links is een miniatuur zichtbaar van het vliegtuigtype. Daarnaast kan een foto aan een contact gekoppeld worden. Bron van deze foto is de piloot zelf, Livetrack24 of AirWhere.
Naast de foto is een gekleurde pijl zichtbaar welke in de richting van de andere piloot wijst vanaf je huidige positie.
De kleur van de pijl geeft aan hoe lang geleden de positie is ververst.;
Green < 10 min. geleden (aanpasbaar)
Yellow: < 1 uur geleden
Orange: < tot 12 uur geleden
Red: > meer als 12 uur geleden
Daaropvolgend staat de benaming van de tracker welke de volgende kleuren kan hebben;
White: Normaal, vliegend (wit)
Green: Piloot is geland
Red: SOS bericht
Blue: Recent 'Moet worden opgehaald' bericht
Als je een andere naam wil gebruiken voor de piloot, voeg dan 'Phonetic Name' toe aan het lokale telefooncontact. De App zal dan deze naam laten zien. Spaties en enters worden automatisch verwijderd om het toevoegen aan je adresboek gemakkelijker te maken
Naast de naam van de piloot wordt ook de richting, de afstand en het hoogteverschil zichtbaar gemaakt.
Als de piloot een bericht verstuurd heeft, verschijnt het icoontje van een envelop.
Een activiteiten icoon laat zien of de piloot beweegt.
Als de trackernaam of fonetische naam begint met "Bus" of "Retrieve" wordt het icoontje van een bus weergegeven.
Klik op een pilot in de lijst om zijn/haar naam, nick-name, en leeftijd van de laatste update zichtbaar te maken.
Een klik op de pilotenlijst geeft de volgende opties;
1) Laat de piloot zien op de map
2) Navigeer naar de piloot
3) Toon een tracker bericht/ status (en kopieer naar het clipboard)
4) Stuur een bericht naar deze specifieke piloot
5) Bel deze piloot
6) Voeg deze tracker toe of pas deze aan in je contacten
Het Kaartscherm
De kaartknop schakelt tussen Terrein, Weg en Satelliet schermen na iedere klik.
De 'back' knop in Android verlaat het kaartscherm en gaat naar de piloten lijst.
De kaart kan worden getilt, gezoomd, gepanned en geroteerd met 2 vingers.
Pilootmarkers kunnen de volgende kleuren hebben;
Black Normaal, vliegend
Orange: Piloot heeft een bericht gestuurd
Red SOS bericht
Blue Ophaal bericht
Green Piloot is geland
Afstandscirkels kunnen zichtbaar worden gemaakt rond je eigen locatie.
1km cirkels zijn rood,
10km cirkels zijn blauw
100km circles zijn cyan.
Een cursor kan worden getoond op de kaart met daarbij de coördinaten van het centrum van de kaart.
De volg knop links bovenaan zorgt ervoor dat de kaart je volgt.
De volg knop heeft 3 modes, Course up, Course right or North up.
De frame knop, rechts van de "volg knop" zoomt dusdanig ver in dat alle trackers zichtbaar zijn.
Lang drukken op de Frame knop zorgt dat hij actief blijft (oranje), hiermee wordt er automatisch in- of uitgezoomd naar gelang de afstand tussen de trackers.
Routepunten, Navigatie en Taken
Naast eigen routepunten, worden de volgende formats ondersteund:
Compe GPS '.WPT' format
See you '.CUP' format
Basis 'My_waypoints.txt' format (name lat long alt)
'*.GPX' format van bijvoorbeeld Paragliding Earth
Sla de routebestanden op in de folder: /indysoft.xc_guide/files/Waypoints/.
Klik op de Navigatie regel om:
1) Een routepunt te selecteren en ernaar te navigeren
2) Stop de Navigatie
3) Zoom in op een routepunt.
4) Creëer een nieuw routepunt.
5) Bewerk een routepunt.
6) Laat de weersverwachting zien op de locatie van het routepunt.
7) Navigeer naar een routepunt.
8) Laad een competitietaak
Tijdens het navigeren wordt middels een pijl de richting naar de volgende routepunt zichtbaar gemaakt. Daarnaast wordt de koers en de afstand ernaartoe weergegeven.
Als de hoogte van het routepunt bekend is, kan ook de glijhoek en tijd naar het routepunt zichtbaar gemaakt worden.
Competitietaken
De PG-Race.aero service is toegevoegd om competitietaken automatisch aan te maken, aan te passen, delen, activeren en van een score te voorzien.
XC Guide en PG-Race zijn ontworpen om samen te werken en elkaar aan te vullen.
Taken worden geladen vanuit de folder: /indysoft.xc_guide/files/Tasks/ en moeten in het '*.xctsk' formaat zijn.
Taken kunnen ook worden geladen vanuit het klembord of door het scannen van een QR-code met de camera.
Als een taak eenmaal actief is, verschijnen de volgende additionele menu opties;
9) Ga 1 draaipunt terug
10) Ga 1 draaipunt naar voren
11) Laat de taak als tekst zien
12) Laat de QR-code voor deze taak zien
13) Verwijder de actieve taak
Als een taak actief is, wordt de navigatie regel zichtbaar;
Een pijl wijst naar het geoptimaliseerde punt bij het volgende draaipunt;
Het soort en de naam van het draaipunt wordt getoond;
Een draaipunt icoon wordt getoond, welke laat zien of het draaipunt binnengegaan dan wel verlaten kan worden en of er gewacht moet worden bij het desbetreffende draaipunt;
Afstand naar het geoptimaliseerde draaipunt;
Hoogte boven het centrum van het draaipunt;
Aankomst hoogte boven het centrum van het draaipunt met de huidige (8sec. gemiddelde) glijhoek.
Daarnaast verschijnt er ook een tekstkader, als de taak actief is, in de hoek rechtsonder met daarin taak en doel informatie zoals;
Snelheid om naar het geoptimaliseerde punt op de SSS Cilinder te vliegen (alleen zichtbaar bij de startpoort)
Afstand naar het doel via de geoptimaliseerde route
Actuele hoogte boven het doel
Glijhoek benodigd om naar het doel te komen via de geoptimaliseerde route
Aankomst hoogte boven het doel bij de huidige (8s gemiddelde) glijhoek
Tijd voor/ na de "Start of Speed Section" (SSS) opent
Tijd voor/ na het "geland zijn voor" tijdstip sluit
Speciale alarm geluiden welke worden gebruikt tijdens een competitie taak;
10-minuten waarschuwing voor het SSS geopend wordt
5-minuten waarschuwing voor het SSS opent
SSS open bel
30-minuten alarm voor het "geland zijn voor" tijdstip
10-minuten alarm voor het "geland zijn voor" tijdstip
SSS Draaipunt cilinder succes trompetgeluid (race start)
Kruisen van draaipunt cilinder succes trompetgeluid
Doel LIJN of kruisen van cilinder succes trompetgeluid
Luchtruim
Note: Gebruiken op eigen risico! Niet te gebruiken als navigatiehulpmiddel!
Luchtruim bestanden zijn in het OpenAIR standard format (*.txt) en kunnen worden gedownload van de volgende websites:
https://airspace.xcontest.org/app/overview
http://www.dhv-xc.de/xc/modules/leonardo/index.php?name=leonardo&op=luftraum
http://flyland.ch/downloadGeneral-en.php
Sla de benodigde luchtruim bestanden op in de map: /indysoft.xc_guide/files/Airspace/. Als de app start worden ze automatisch geladen.
Gecontroleerd luchtruim is zichtbaar op de kaart rond de positie van de piloot.
Na de start wordt automatisch het luchtruim om de piloot heen zichtbaar gehouden.
Waarschuwing voor luchtruim nabij
Een luchtruim nabijheidswaarschuwing kan zichtbaar voor gemaakt op de kaart.
Dit laat dan de klasse van het luchtruim, naam van de dichtstbijzijnde ATZ (luchtruim cirkel) of zone t.o.v. je positie zien.
De afstand tot en richting naar het naastgelegen luchtruim worden gepresenteerd als je erbuiten vliegt.
Als je horizontaal gezien binnen een gecontroleerd luchtruim vliegt wordt het dichtstbijzijnde exit-punt weergegeven via een pijl met voetstuk.
Een gestippelde lijn vanaf je positie laat het dichtstbijzijnde gecontroleerde luchtruim zien op de kaart.
Als je boven of onder een afgebakend luchtruim vliegt wordt dit middels een daarbij behorende pijl zichtbaar gemaakt.
Als je vlieghoogte binnen het afgebakende luchtruim valt wordt met een pijl met voet aangegeven hoe ver je je verticaal t.o.v. de onder- bovengrens in het luchtruim bevindt.
Er kan een nabijheidswaarschuwing worden ingesteld o.b.v. de hoogte en afstand tot aan het afgebakende luchtruim.
Tussen het moment dat de nabijheidswaarschuwing is ingesteld en het moment dat men daadwerkelijk naar binnenvliegt wordt de tekstkleur yellow en gaat er een alarm twee keer af.
Als men dan doorvliegt (en daarmee het luchtruim binnenvliegt), wordt de tekstkleur orange en gaat er een alarm drie keer af.
Bij het verlaten van het gebied waarin de nabijheidswaarschuwing is ingesteld gaat het alarm een (1) keer af.
Luchtruim acties
Klik op het luchtruim nabijheidswaarschuwingsscherm om:
1) Een luchtruim of ATZ uitsluiten/ negeren.
2) Alle exclusies te resetten.
3) Het verticale profiel van het luchtruim zichtbaar /onzichtbaar te maken.
Het verticale profiel is een dwarsdoorsnede van het luchtruim langs je route.
Het bereik van het verticale profiel wordt bepaald door het zoom-niveau van je kaart.
De richting van de doorsnede wordt bepaald door de richting waarin je vliegt.
Als men stilstaat kan de kaart worden gedraaid met 2 vingers, de dwarsdoorsnede volgt deze rotatie.
Thermiek Hotspots
Hotspot bestanden kunnen in het *.CSV formaat worden gedownload van:
http://thermal.kk7.ch
Sla de benodigde hotspot CSV bestanden op in de folder /indysoft.xc_guide/files/Hotspots/. Als de app start worden deze automatisch geladen.
Thermiek hotspots worden om je heen gepresenteerd als rode stippen. Dit kan ook gedaan worden rond een geselecteerd punt.
Na de start worden de hotspots automatisch rond je eigen positie weergegeven.
Het instellingen menu
Na het drukken op het configuratie icoontje (tandwieltje) wordt het instellingsmenu zichtbaar.
Via de 'back' optie gaat men er weer uit dit menu.
Al je instellingen kunnen worden geëxporteerd via de knoppen in het "App Status" scherm (gebruik hiervoor de 'i' knop)
(Opgelet, dit exporteert ook je wachtwoorden en unieke tracker id's.)
De instellingen
Scherm en gebruikersinterface
Er zijn 4 scherm oriëntaties mogelijk (dit vanwege het gebruik van een extern USB-accupakket waarbij je device in je flightdeck zit);
Portrait
Portrait - Reverse
Landscape
Landscape - Reverse
Eventuele aanpassingen van de oriëntatie wordt pas actief als de app herstart wordt.
Tijdens het gebruik van de app kan men kiezen uit 3 voor gedefinieerde scherm lay-outs;
Layout 0) Vluchtcomputer en pilotenlijst OF de kaart
Layout 1) Pilotenlijst OF de kaart (fullscreen)
Layout 2) Pilotenlijst EN de kaart
Het omschakelen tussen de schermen gebeurt via de vierkante schermknop onderaan het scherm.
De 'next' optie stelt je in staat om te kiezen tussen kort of lang klikken voor de app knoppen.
Dit wordt pas actief na het herstarten van de app.
De volgende check box schakelt de klikgeluiden in of uit.
Met de volgende optie kan de grootte van het lettertype (meeste menu opties, waarschuwingen en opsommingen) bepaald worden.
Met de volgende optie kan worden ingesteld na hoeveel seconden XC Guide het scherm dimt.
Dit reduceert batterijgebruik, vermindert het inbranden bij OLED-schermen maar houdt de app wel op de voorgrond.
Ter info, het scherm gebruikt de meeste batterijinhoud omdat het constant op de maximale helderheid moet branden.
Om de batterijduur te verlengen kan het zinvol zijn deze optie in te schakelen.
Gebruik deze optie samen met de optie "Keep screen on" hierna.
Met de volgende optie kan het scherm gedwongen aanblijven als XC-Guide actief is. Hierbij wordt de systeem schermbeveiliging gedeactiveerd.
Met de laatste optie wordt de app in volledig scherm weergegeven.
Vluchtcomputer en Vario
Selecteer de interne druksensor (indien aanwezig), om als vario barometer te functioneren.
Hier kunnen ook de drempelwaardes voor de 'climb / sink' vario geluiden worden ingesteld.
Vervolgens kan een vaste offset, plus of minus, om je GPS-hoogte aan te passen worden ingesteld (in meters). Deze aangepaste hoogte wordt niet in het IGC-bestand opgeslagen.
Vervolgens kan de Automatische landingsdetectie worden uitgeschakeld. Indien ingeschakeld wordt een geluid afgespeeld na de landing en wordt er een track aangemaakt voor iedere losse vlucht in de formats Livetrack24, KML en IGC.
De laatste check box schakelt start- en landingsgeluiden in of uit.
BLE, FANET & ADS-B connecties
Via de Bluetooth instelling kan je scannen naar de aanwezigheid van een XC-Tracer of BlueFly Vario, GXAir FANET module of iTag remote control knop.
Als de scan resulteert in het vinden en koppelen met een vario, FANET-module of iTag, wordt het MAC-adres onthouden zodat alleen dit device gekoppeld wordt de volgende keer.
Om het batterijverbruik te minimaliseren wordt maximaal 2 minuten gezocht naar een Bluetooth BLE device.
Als tijdens het gebruik de verbinding om wat voor reden wegvalt wordt er automatisch opnieuw verbonden.
FANET-instellingen
Onder 'FANET settings' slaat de app automatisch het MAC-adres van de GXAirCom op.
Voor Heltec LoRa 32 modules (zonder GPS) kan de app zelf een GPS-fix verzorgen.
Hier kan je je FANET-naam, vliegtuigtype en zendvermogen aanpassen.
Je kan toestaan dat een pop-up zichtbaar wordt als er een FANET-bericht ontvangen wordt. Dit kan worden beperkt tot de berichten van piloten uit je pilotenlijst.
FANET-weerrapporten en thermiekbellen kunnen zichtbaar worden gemaakt op de Google map (kaart).
Er kan, voor paramotorgebruik, een brandstofhoeveelheidsmeter zichtbaar worden gemaakt in de Vluchtcomputer (box 6).
Sluit hiervoor een analoge niveaumeter aan op de FANET-module (ADC i/p ADC1_3 GPI39, HELTEC Pin 39 of LILYGO T-beam Pin 'SVN').
Het voltagebereik is 0v tot max 3.3v. Om te kalibreren en de schaal vast te stellen moet het ADC-voltage (leeg), voltage vol en de totale tank hoeveelheid worden opgegeven (liters of gallons).
Separeer de waardes via een komma of spatie (bijvoorbeeld: 0.0,3.3,10.0).
XC Tracer instellingen
In je XC Tracer, gebruik de default settings (stringToSend=XCTRACER).
In de vluchtcomputer wordt de verticale snelheid box blauw en verschijnt er een icoontje als de Bluetooth Vario gebruikt wordt.
'XC-Tracer: name of BLE-service' stelt je in staat om een specifiek benoemde XC-Tracer FLARM vario in te voeren.
Stel deze naam in als XC-Tracer FLARM 'BLE-service name' of laat blanco voor de systeemwaarde.
De gps-fix van je XCTracer kan je worden gebruikt door de App.
Men kan ook de FLARM-waarschuwingsgeluiden af laten gaan als een botsing voorspeld wordt door je XC-Tracer FLARM ontvanger.
Als je de BlueFly Mode in stelt op 5 en de output frequentie in stelt op 10, krijg je 5 inputs per seconde. De standaardwaarde van 0 kan ook gebruikt worden.
Met de volgende menuoptie kan de volume-UP knop gebruikt worden om het scherm uit de dimstand te halen.
Met deze instellingsoptie kan ook, met gebruikmaking van een standaard Bluetooth afstandsbediening (niet BLE) de schermindeling aangepast worden.
De laatste optie schakelt het gebruik van de SkyEcho2 ADS-B transponder in of uit.
Verbinden met de SkyEcho2 via Wifi gebeurt met gebruikmaking van het GDL 90 protocol.
Alle andere livetracking aanvragen en Google maps data, zullen automatisch gekoppeld worden aan het mobiele datanetwerk.
Live Tracking instellingen
Kies een verversingsratio (query) voor Livetrack24, SkyLines, FlyMaster, AirWhere, OGN en XC Globe.
Deze instelling, 'Livetracking update rate' bepaald hoe vaak deze systemen ondervraagd worden en hoe vaak je eigen positie wordt doorgegeven.
Alle piloten die gevolgd worden verschijnen in de pilotenlijst (wel bepaald door de filter instelling van de pilotenlijst).
Livetrack24 instellingen
Hier kan men de Livetrack24 gebruikersnaam, Livetrack24 wachtwoord en een lijst van Livetrack24 gebruikers die men wil volgen worden ingesteld.
Meerdere Livetrack24 gebruikers kunnen worden gevolgd, gesepareerd door een komma of spatie (bijvoorbeeld: name1,name2,name3)
Hierna kan worden ingesteld binnen welke afstand van jezelf een Livetrack24 piloot zichtbaar is.
Fixes welke jonger zijn dan 24 uur en zich binnen de geselecteerde radius bevinden zijn zichtbaar.
Om jezelf zichtbaar te maken op Livetrack24 selecteer een optie uit het 'tracking' menu.
Kies PG/HG en public/private/friends. Het volgen start automatisch na de start.
Na de start kan deze modus niet meer worden aangepast.
Vervolgens kan, voor een hoge resolutie tracking, het interval op 2 tot 5 seconden worden ingesteld.
De overall Live Tracking update (query) moet worden ingesteld op 10 seconden voor hoge resolutie tracking.
Met de volgende optie kan worden gekozen om continu, of pas na de start gevolgd te worden.
De laatste optie stelt je in staat om een "ik ben veilig”/ "Haal me op" bericht bij te voegen.
Dit wordt zichtbaar als een envelop bij andere andere XC-Guide piloten als je Livetrack24 gebruikersnaam gevolgd wordt door hun.
Deze berichten kunnen worden aangepast in het bestand: /indysoft.xc_guide/files/Livetrack24_messages.txt .
Alleen het berichtnummer wordt verstuurd. Dit betekent dat de zender en ontvanger dezelfde tekst bij hetzelfde berichtnummer moeten hebben staan.
Om na het landen een (1) trackpunt en een nieuwe status te versturen, moet gebruik gemaakt worden van de Livetrack24 knop in het 'App Status' scherm.
SkyLines instellingen
Om hier gebruik van te kunnen maken moet eerst worden geregistreerd bij SkyLines op https://skylines.aero. Vul hier je, 8-teken hex, tracking key in.
De SkyLines tracking modes zijn: volg me niet, alleen na de start of continu.
Alle Skylines piloten (nabij of gespecificeerd door naam of ID) kunnen worden gevolgd.
Ook hier kan worden ingesteld binnen welke afstand je aangemelde piloten wil volgen en welke je eventueel wel excluden.
FlyMaster instellingen
De eerste invoer wordt gebruikt voor je FlyMaster Groep IDs (4-teken nummer).
Als een Groeps-ID is ingevuld en je hebt een verversings ratio geselecteerd geeft XC-Guide je locatiegegevens direct door aan de FlyMaster database.
Meerdere FlyMaster Groep-ID’s kunnen worden ingevoerd (gesepareerd door een komma of spatie).
Bijvoorbeeld: 1111,2222,3333 of 1111 2222 3333
AirWhere instellingen
Om AirWhere piloten nabij zichtbaar te maken moet een radius geselecteerd worden in de lijst.
Set je 6-teken hex AirWhere PilotID en 3-teken registratie code.
Kies je AirWhere vliegtuig type.
Vervolgens, geef aan of je gevolgd worden in AirWhere. Dit is alleen mogelijk als PilotID en registratie code correct zijn.
Open Glider Network (OGN) instellingen
Om iedere (ongespecificeerde) pilot binnen bereik zichtbaar te hebben moet vanuit de lijst de afstand worden gekozen. Voor deze optie hoef je niet aangemeld te zijn bij OGN.
Om OGN-units die offline zijn ook zichtbaar te maken met hun laatste positie moet het vinkje bij 'offline' gezet worden.
Registreren bij OGN
In het App Status pop-up scherm ('i' knop), Klik eerst op de 'New ID' knop.
Dit doorzoekt de online OGN-database, en slaat het eerste beschikbare ID op in je instellingen.
Vervolgens ga je via de 'Register' knop naar http://ddb.glidernet.org/ waar je je nieuwe ID invoert.
Selecteer op de OGN-registratie pagina bij 'Device type' de optie 'OGN'.
Je moet registreren met het identieke 3-teken competitienummer (CN), zoals aangegeven door XCGuide in het “App Status” scherm.
(Deze stap is nodig om zeker te tellen dat jij de eigenaar bent van het OGN-device ID).)
Ter afsluiting, als het Device ID eenmaal is geregistreerd bij OGN, moet op de knop 'Verify' geklikt worden.
Als bovenstaande succesvol afgerond is klinkt er drumgeroffel en is het Device-TD geverifieerd bij XCGuide.
Als je aansluitend het Device-ID aanpast moet bovenstaande opnieuw uitgevoerd worden.
Bij de OGN-instellingen, kunnen OGN-trackers nabij zichtbaar gemaakt worden en kan worden gekozen om de laatste positie van offline trackers zichtbaar te maken.
Er kan gekozen worden om je eigen OGN-tracker zichtbaar te maken in de lijst.
Aansluitend kan de OGN live tracking modus ingesteld worden.
Vervolgens kan het vliegtuigtype ingesteld worden.
Als je specifieke OGN Device ID’s, je 'Buddies', wil volgen moet ieder Device-ID in de box genaamd 'Show specific OGN Device IDs' worden ingevoerd. Separeer ieder Device-ID met een '/'.
Bijvoorbeeld: XCG640000/XCG640001. Je kan ook gebruikmaken van een wildcard. Om bijvoorbeeld alle XCGuide gebruikers zichtbaar te maken moet XCG* worden ingevuld.
Deze specifieke OGN Device-ID’s worden zichtbaar met een groene 'B' in het OGN-icoon in de pilotenlijst om aan te geven dat deze “Buddies” van je zijn.
Als laatste, om een alternatieve APRS-server te gebruiken voer je je APRS-URL of openbare statische IP-adres in bij de 'Alternate APRS Server' box.
Als je gevolgd wordt via OGN verschijn je automatisch op de volgende live websites:
http://live.glidernet.org/
http://glidertracker.org/
https://planefinder.net/
XC Globe instellingen
Stel je XC Globe gebruikersnaam en wachtwoord in.
Hiervoor moet eerst worden geregistreerd via http://xcglobe.com/register
Kies je XC Globe glider type.
Om een ongespecificeerde XC Globe piloot in de Pilotenlijst binnen een ingestelde afstand vanaf je eigen positie zichtbaar te maken, kan deze simpel uit een lijst gekozen worden.
Hierna kan je aangeven welke XC Globe piloten je binnen de eerder vastgestelde radius wil tracken.
Als je je eigen naam hierbij ook wil zien moet je deze toevoegen aan de lijst.
Tenslotte, zet het vinkje bij 'track and query' om XC Globe tracking aan te zetten.
FANET-instellingen
Om enig FANET-piloot in de Pilotenlijst, binnen bereik van je FANET-unit, zichtbaar te hebben moet je simpelweg het afstandsfilter instellen.
Aanvullend kan ook een lijst van FANET-ID’s, worden aangelegd die worden gevolgd zonder een afstandsfilter. Daarnaast kan ook een lijst uit de pilotenlijst worden aangemaakt met daarin FANET-ID’S die specifiek niet gevolgd moeten worden.
Satellite trackers (SPOT en Garmin inReach)
Hier voer je je SPOT Feed ID’s en inReach URL’s in om je live tracks op te laten halen uit deze systemen.
Tot maximaal 100 SPOT of inReach ID’s en URL’s kunnen worden ingevoerd in dit scherm (elke op een nieuwe regel). Het scherm scrolt naar beneden indien nodig.
Je SPOT feed ID is een willekeurige selectie van 33 tekens welke je kan verkrijgen via de 'findmespot' weblink.
Zie bijvoorbeeld:
http://share.findmespot.com/shared/faces/viewspots.jsp?glId=0f7sgdCjsgzlh65RvPhbbrCOXiSr8e123
Om het mogelijk te maken dat deze APP je SPOT feed ID kan vinden, moet je de code vooraf laten gaan door het woord "spotfeed:" op dezelfde regel. Zie bijvoorbeeld:
spotfeed:0f7sgdCjsgzlh65RvPhbbrCOXiSr8e123
Als al je SPOTs op een gedeelde groups ID staan hoef je maar een (1) SPOT feed ID in te voeren.
Om Garmin inReach live tracking in te stellen moet je een lijst van URL’s invoeren van tracks die je wil volgen, zie:
https://username:password@share.delorme.com/feed/share/mapshare_name
https://username:password@share.garmin.com/feed/share/mapshare_name
https://username:password@inreach.garmin.com/feed/share/mapshare_name
https://username:password@eur.inreach.garmin.com/feed/share/mapshare_name
https://username:password@explore.garmin.com/feed/share/mapshare_name
Als de gebruiker geen wachtwoord heeft ingevoerd moet het deel username:password@ worden weggelaten.
De volgende check box zorgt ervoor dat SOS berichten een alarm laten afgaan welke door de piloot bevestigd moet worden.
De volgende check box, zorgt ervoor dat berichten worden opgehaald die een “Alert” starten (indien jonger dan 4 uur).
Aansluitend kunnen start- en landingsemails automatisch verzonden worden. Het instellen hiervan gebeurt hier.
Google Map opties
Selecteer hoe lang de lijnen van de “snail-trails” mogen worden. Trail lijnen kunnen voor alle trackers weergegeven worden met een unieke kleur.
De volgende optie maakt het mogelijk om uit 3 volg modus te kiezen.
Koers boven
Koers rechts
Noorden boven
Aansluitend kunnen afstandscirkels worden aangezet rond je eigen positie of een geselecteerde marker.
Middels een kruislijn kan het midden van de map zichtbaar worden gemaakt. De coördinaten van dit centrum kunnen worden gepresenteerd in de volgende formats:
Lat/Long DD.DDDDD
DD:MM.MMMMM
DD:MM:SS.SS
UTM
OSGB (UK only)
Als je bijvoorbeeld meedoet aan een competitie kan er gekozen worden om de markers verkleind weer te geven. Dit is bijvoorbeeld handig als een groot aantal trackers bij elkaar staan.
Bij de volgende instelling kan je aangeven hoeveel tekens van de trackernaam zichtbaar zijn in de kaartmarker.
De volgende optie maakt het mogelijk om de grootte van het lettertype in te stellen.
De volgende optie bepaalt de afstand waarbinnen nabije thermiek hotspots als rode stippen zichtbaar zijn op de kaart.
De laatste instelling geeft op de wegen langzaam rijdend/ stilstaand verkeer weer.
Pilotenlijst opties
Bij de eerste optie kan je aangeven hoe recent een trackerfix moet zijn om zichtbaar te zijn in de lijst. Men kan bijvoorbeeld aangeven dat een fix ouder als x-minuten niet meer zichtbaar is.
Sortering van de piloten kan gedaan worden op:
1) Op afstand van je eigen positie. Dichtstbijzijnde eerst.
2) Sorteer op basis van status: SOS bovenaan, dan vliegende piloten en “others” laatst. Voor al deze 3 geldt dat binnen een de groep gesorteerd wordt op afstand t.o.v. eigen positie
3 Sorteer op basis van status: SOS bovenaan, dan 'Need Retrieve' en “others” laatste. Voor al deze 3 geldt dat binnen een de groep gesorteerd wordt op afstand t.o.v. eigen positie
4) Sorteer op basis van tijdstip van laatste GPS tracker fix, waarbij de jongste bovenaan staat.
5) Geen sortering, de data source bepaalt hierbij de sortering.
6) Sorteer alfabetisch
Aansluitend kan de leeftijdslimiet van de groene pijl worden ingesteld in minuten. De standaardwaarde is 10 minuten.
Je kan de hoogte en breedte van de pilotenlijst in zowel Portrait als Landscape modus instellen.
Men kan ook de hoogte van de rijen in de pilotenlijst aanpassen en de thumbnail afbeelding verstoppen.
De volgende pilotenlijst optie geeft het hoogteverschil weer (indien beschikbaar) in meters ten opzichte van de laatste fix. Dit geeft weer of een piloot klimt of daalt.
De volgende menu optie verwijdert accenten uit namen van trackers.
De laatste optie maakt het aanpassen van de lettergrootte van de pilotenlijst mogelijk.
Luchtruim opties
De luchtruim selector stelt je in staat om het luchtruim beneden een bepaalde hoogte zichtbaar te maken.
De luchtruim afstand selector stelt je in staat om te bepalen hoe ver rond je eigen positie de luchtruimindeling wordt geplot.
Omdat er een grote hoeveelheid aan kabels (KABELs) in sommige delen van het luchtruim hangen kunnen deze met de volgende 2 instellingen gefilterd en gepresenteerd worden.
Stel de radius en centrum in waarbinnen de kabels worden getoond.
Kabels, draden en stoeltjesliften die geladen zijn, kunnen binnen een bepaalde radius zichtbaar worden gemaakt rond je positie. Deze radius kan hier worden ingesteld.
De volgende check box activeert (of deactiveert) het “Airspace Proximity” (Luchtruim nabijheid) scherm op de kaart.
Men kan de afstand waarop de nabijheid waarschuwing afgaat hier instellen (zowel horizontaal als verticaal).
De waarschuwingstekst wordt geel binnen deze zone.
Vervolgens kan de grootte van waarschuwingstekst worden aangepast t.o.v. de schermgrootte van je device.
Vervolgens kan het aantal tekens van de luchtruimbenaming die zichtbaar zijn worden aangepast.
Het volgende scherm schakelt de buzzer die afgaat als men in het afgebakende luchtruim of de waarschuwings zone eromheen betreedt of verlaat.
In het volgende scherm kan worden aangegeven welke luchtruimzones je wil negeren (niet wil zien). Klik op een (1) van de waarschuwingsschermen, in de kaart, om hem toe te voegen aan of te verwijderen uit de lijst.
De volgende optie activeert de luchtruim hoogteweergave.
In de volgende optie kan je de ondergrens van de luchtruim hoogteweergave aanpassen.
In het “App Status” scherm, kan via een specifieke knop een Google Earth KML file van ieder luchtruimbestand worden gemaakt.
Deze worden aansluiten opgeslagen in de folder: /indysoft.xc_guide/files/Tracks .
Waypoints, Navigatie en taken
De eerste check box activeert de Navigatie regel.
De knop “User-defined waypoints” opent een scherm waar je je eigen lijst van waypoints kan aanpassen.
Voeg een (1) waypoint per regel toe met het volgende format: name latitude longitude altitude, met een enkele komma ertussen. (Format ddd.ddddd).
Hoogte (Altitude) in meters (AMSL) is optioneel.
De volgende check box voegt de glijhoek en tijd tot het waypoint weer in de navigatieregel.
De volgende check box zorgt ervoor dat alle waypoints zichtbaar zijn op de kaart.
De menuoptie “Filter waypoints” zorgt ervoor dat alleen waypoints dichtbij zichtbaar zijn (de meest dichtbije eerst).
Taak instellingen
Taak geluiden kunnen hier geactiveerd worden
Draaipunten binnen taken kunnen automatisch worden omgezet naar waypoints.
Kies hiervoor welke uitvoer je voorkeur heeft, CUP of TXT.
De “FAI 28%” helper kan worden weergeven als een gekleurde zone. Dit wordt gebruikt voor het plannen van het vliegen van driehoeken.
Draaipunt tolerantie aanpassing maakt de cilinders groter of kleiner.
De instelling “minst conservatief” zorgt ervoor dat ze groter zijn bij het binnenvliegen en kleiner bij het verlaten.
De instelling “meest conservatief” is het tegenovergestelde.
QR-codes kunnen worden gecodeerd volgens de compacte version 2 of verbose Version 1 methode.
Het scannen van de QR Code gebeurt of volgens de interne programmering van XCGuide of met een externe app.
Vlucht opslag (Flight Logging)
De IGC vluchtbestanden van XCGuide worden geaccepteerd door XContest en CIVL / FAI.
Ze kunnen online geverifieerd worden via:
http://vali.fai-civl.org/validation.html
Een vluchtlog wordt bijgehouden in: /indysoft.xc_guide/files/Logbook.CSV
Dit logboek kan worden ingezien via de '?' help knop.
Klik op een vlucht om hem zichtbaar te maken op de kaart.
De eerste check box zorgt ervoor dat de app een apart KML-bestand aanmaakt en opslaat in de folder: /indysoft.xc_guide/files/Tracks/ .
Om de KML-bestanden te kunnen bekijken moet eerst de Google Earth App, geopend worden. Klik dan op 'My Places' en importeer de KML-file uit de folder /indysoft.xc_guide/files/Tracks/.
De volgende check box zorgt ervoor dat de app een IGC-bestand maakt van je vlucht en deze opslaat in de folder: /indysoft.xc_guide/files/Tracks/
De volgende menu optie stelt je in staat om korte vluchten uit je logboek te filteren.
Weersvoorspelling en regenrader
De voorspelling komt bij OpenWeather Ltd. vandaan en de regenrader data bij Rainviewer.com.
Selecteer als eerste het aantal dagen.
De voorspelling kan vanaf iedere 3 uur tot een maximum van 40 uur vooruit (5 dagen) worden ingesteld.
Kies vervolgens de grootte van het icoontje.
En aansluitend de grootte van het gebruikte lettertype in de lijst.
Vervolgens kan eventueel je eigen OpenWeather API key worden ingevoerd (optioneel)
Kies vervolgens of je de voorspelling wil delen in JPG of PNG-format.
PNG-format heeft een hogere kwaliteit.
De vooruitzichten worden opgeslagen in de folder: /indysoft.xc_guide/files/Meteo/
Klik op het regendruppel icoon om de regenradar over de kaart te plotten (separaat scherm).
Je eigen positie in het regenradarscherm wordt met een gekleurde pijl zichtbaar gemaakt in het midden.
De grootte en positie van het transparante radarscherm kunnen worden aangepast.
Het bereik van de regenradar kan (ongeveer) worden ingesteld (in km).
Men kan ook kiezen om regen, wolkendek of radar beschikbaarheid weer te geven.
Tenslotte kan de kleur van het regenschema gekozen worden.
Thermiek assistent
Als de klim/daal indicator (box 4) wordt aangeraakt in de vluchtcomputer wordt ook de thermische assistent zichtbaar.
De drie (3) modus zijn: on, auto, off.
De frequentie waarmee ververst wordt, de locatie van de assistent en andere parameters kunnen worden aangepast.
Systeem instellingen
De profiel optie laat je kiezen uit 3 opgeslagen profielen.
Elk profiel kan een compleet verschillende set aan instellingen hebben.
Als een nieuw profiel geselecteerd wordt herstart de app.
Hier kan je een lokale hostserver opzetten waarmee trackinginformatie naar bijvoorbeeld XCTrack, XCSoar, LK8000 of andere systemen gestuurd kan worden.
Er worden twee (2) formats ondersteund: FLARM en CSV.
Het FLARM-format wijkt een klein beetje af tussen XCTrack, XCSoar/ LK8000 en heeft een bereik van maximaal 100km.
Deze zijn eenvoudig te controleren middels een TELNET-client.
TELNET kan worden gebruikt op dezelfde Android mobiel of op een PC binnen hetzelfde netwerk.
Het IP-adres wat gebruikt moet worden als wel als de status van de “Localhost server” worden getoond in het “App Status” scherm.
Je kan ook aangeven welke LAN-poorten gebruikt moeten worden voor FLARM en CSV.
De status van het netwerk kan getoond worden in de rechterbovenhoek van het kaartenscherm. Het laat zien of de databases online zijn en of je verbonden bent met het internet.
Het laat daarnaast ook zien binnen hoeveel tellen je positie weer wordt geüpdate.
De diagnostische mode slaat een logfile op in de folder: /indysoft.xc_guide/files/DiagLogs/ waarmee eventuele foutopsporing vergemakkelijkt kan worden.
De volgende check box verwijderd de volgende bestanden uit het geheugen als de app sluit:
/indysoft.xc_guide/files/DiagLogs/ diagnostische bestanden
/indysoft.xc_guide/files/Feeds/ server feed data and thumbnails
/indysoft.xc_guide/files/Meteo/ gedeelde voorspellingen
De volgende instelling maakt het mogelijk om een test uit te voeren: GPS Latitude en Longitude, altitude, speed en bearing.
Hiermee kan getest worden of bijvoorbeeld waarschuwingen bij luchtruimbenaderingen werken.
Er worden geen IGC-vlucht logs bijgehouden als er test waardes ingevuld zijn.
Note: Info boxen worden blauw om aan te geven dat er test waardes gebruikt worden!
De volgende check box gebruikt de Android Location API, in plaats van de GPS NMEA voor fixes. Gebruik dit alleen als GPS NMEA niet werkt op je mobiele telefoon.
De volgende 2 check boxen zorgen ervoor dat de app automatisch start als de mobiele telefoon opgestart wordt waarna de app naar de achtergrond verplaatst wordt.
Dit is bijvoorbeeld bruikbaar als de app als localhost gebruikt wordt en er live data verzonden moet worden naar bijvoorbeeld XC Soar en XCTrack.
De laatste check box activeert de "Airtime saver mode". Hiermee wordt het internetgebruik gelimiteerd tot alleen livetracking.
In de mode "Airtime saver mode" wordt er geen Google map data of JPEG-files gedownload.
Voor terugkoppeling of contact: indyflyersoft@gmail.com
Safe flying / Vlieg veilig!
Updates
De laatste versie van de XCGuide APP is beschikbaar via Google Play:
https://play.google.com/store/apps/details?id=indysoft.xc_guide
Privacy Policy at: http://jockysanderson.com/privacy.html
Dank aan:-
Dank aan Gerald Eichler & Daniel Vélez Bravo
https://github.com/gereic/GXAirCom
Dank aan Alistair Dickie
blueflyvario.com
Dank aan Koni bij XC-Tracer
www.xctracer.com
Dank aan Tobias bij
https://skylines.aero
Dank aan Angel, Pawel en Sebastien van het Open Glider Net project
www.glidernet.org
Dank aan Jocky van het Escape team
www.jockysanderson.com
Dank aan Manolis bij Livetrack24
www.livetrack24.com
Dank aan Cristiano bij FlyMaster
www.flymaster.net
Dank aan Brett Janaway bij
www.xtc-paragliding.com
Dank aan Bernie Hertz bij
www.burnair.ch
Dank aan Phil Colbert bij
http://www.airwhere.co.uk/
Dank aan Jesper Albers voor de vertaling naar het Nederlands
technicaltranslationsnl@gmail.com
This SOFTWARE PRODUCT is provided by THE PROVIDER "as is" and "with all faults." THE PROVIDER makes no representations or warranties of any kind concerning the safety, suitability, lack of viruses, inaccuracies, typographical errors, or other harmful components of this SOFTWARE PRODUCT. There are inherent dangers in the use of any software, and you are solely responsible for determining whether this SOFTWARE PRODUCT is compatible with your equipment and other software installed on your equipment. You are also solely responsible for the protection of your equipment and backup of your data, and THE PROVIDER will not be liable for any damages you may suffer in connection with using, modifying, or distributing this SOFTWARE PRODUCT.